
Paella, in oorsprong een Valenciaanse rijstgerecht,
bestaat al minstens 200 jaar. Vele generaties
werkten eraan tot een haast perfecte vorm ontstond.
Maar paella is nu een van de meest geïnterpreteerde
gerechten ter wereld waarmee onbegrensd wordt
geëxperimenteerd.
De Koerier van Navarra blijft echter trouw aan het
recept dat rond 1900 zijn top bereikte en dat nadien
nog in de details werd verfijnd. In oorsprong was de
rijst meestal voorzien van kip en konijn maar later
kwam er ook de mixta met als extra heel wat
zeevruchten. En sinds het begin is er eveneens de
vegetarische ‘verdura’-variant met lekkere Moorse
aroma’s. De Valenciaanse paella ontstaat op basis
van een complexe en subtiele bouillon, ‘el caldo’ die
door de rauwe rijst zalvend lekker wordt
geabsorbeerd. Dit het de ‘Albufera’ stijl.
Later, rond 1950 werd nog een tweede methode
populair vanuit Alicante en Barcelona, namelijk de
‘bakmethode’. Eerst wordt de rauwe rijst in olie
gebakken samen met een deel van de ingrediënten
en de kruiden, wat ‘el sofrito’ heet. Daarover komt
dan kokend water met kruiden. Deze werkwijze is nu
erg in trek zodat sommigen denken dat deze
‘Alicante’ stijl de enige echte is.
Water, witte wijn, rosé en pils kunnen altijd bij paella.
Rode ook als hij geen of weinig vatrijping heeft en
liefst niet meer dan 13° alcohol. Lees daarvoor het
label op de fles. Sterke rode kwaliteitswijnen en
krachtige bieren best na de maaltijd. Want ze
domineren de paella en lekkere keuken is een
kwestie van evenwicht en harmonie.